MUSA 6

Zesde project: “Jesu, meine Freude”

De concerten vonden plaats in februari 2008.

Programma

Johann Sebastian Bach
Komm, Jesu, komm BWV 229 voor koor en basso continuo

Zoltan Kodály
Jézus es a kufárok
Akik mindig elkésnek
Oregek

voor koor a capella

Krzystof Penderecki
De Profundis voor koor a capella
Miserere

Johann Sebastian Bach
Jesu, meine Freude BWV 227 voor koor en basso continuo (basso continuo: een kistorgel en een 8-voets violone)


Programmatoelichting

Het zesde programma van MUSA zal het eerste zijn in een reeks gewijd aan de zes motetten van Johann Sebastian Bach. MUSA zal in drie verschillende programma’s telkens twee motetten ten gehore brengen. Door een combinatie met werken van componisten uit verschillende perioden zal MUSA de polyfonie van Bach elke keer in een ander daglicht stellen. In dit programma zullen twee herdenkingsmotetten een raamwerk vormen voor werken van de Hongaar Zoltan Kodály en de Pool Krzystof Penderecki, beiden componisten uit de twintigste eeuw. Het terugkerende thema in dit programma is de persoon van Christus, profeet en ijkpunt van de christelijke religie.

De motetten van Johann Sebastian Bach behoren tot de absolute hoogtepunten in de vocale polyfone kunst. Ze vormen geen samenhangende cyclus of iets soortgelijks. Ze zijn geschreven tussen 1723 en 1729 voor uiteenlopende gelegenheden en zijn verschillend van structuur en stijl. Komm, Jesu, komm en Jesu, meine Freude zijn geschreven voor de zogenaamde Gedächtnispredigten, diensten waarin overledenen werden herdacht. Voor de theologisch grondig onderlegde Bach betekende dat een kans om met diepzinnige teksten over de betekenis van het leven te filosoferen. In deze twee motetten wordt de persoon van Jezus centraal gesteld. Zo is Jesu, meine Freude een lofzang op de figuur van Christus die de gelovige mens stimuleert het aardse te verzaken en een geestelijke levensweg te kiezen.

In het in omvang bescheidener Komm, Jesu, komm wordt de hoofdpersoon van het christendom rechtstreeks aangesproken en bezongen als de enige die ons de weg naar het hemelrijk kan wijzen. De twee motetten maken door hun plaatsing aan het begin en het einde van het programma zoveel mogelijk contact met de andere muzikale sferen. Voor de muziek van Zoltan Kodály is Bachs motet een vertrekpunt, klinkt Bach door als een herinnering. De werken van Krzystof Penderecki vragen na de pauze om een hernieuwde concentratie en vormen met hun bijna angstaanjagende dissonanten eerder een opmaat voor Bachs motet. Hier werkt Bachs muziek eerder als oplossing en zalving voor het aardse lijden.

Na de opening met Komm, Jesu, komm zal MUSA voor de pauze verder gaan met een drietal werken van Zoltan Kodály. Deze Hongaarse componist was een geniale vernieuwer van de koormuziek in de vorige eeuw. Bovendien was hij net als Bach een pedagoog en een componist van studiewerken. Als eerste zingt MUSA het verhalende motet Jézus es a kufárok (Jezus en de handelaren) over de woedende uitval van Jezus tegen de kooplui die in de tempel Gods hun handel dreven. In dit motet speelt Kodály vrijelijk met de oude barokke compositietechnieken en daarom vormt het stuk een eigentijdser pendant op Bachs doorwrochte werken. Aansluitend zal MUSA Oregek (De ouden van dagen) uitvoeren. Een meesterlijk werk over het lange mensenleven dat vol beslommeringen en zorgen is – toch zullen die zorgen in onze laatste momenten losgelaten moeten worden. Als afsluiting van deze helft zingt MUSA Akik mindig elkésnek (Te laat). Een filosofisch pareltje over de onvolkomenheden van het bestaan: we komen met alles te laat (we begrijpen alles pas achteraf).

De Pool Krzystof Penderecki startte zijn carrière als een radicale modernist, maar in de loop der jaren mengde hij zijn dissonante toontaal met meer consonante samenklanken. Zijn muziek werd romantischer van karakter, maar behield de dramatische expressie van de moderne wringende harmonieën. De katholieke Penderecki ging zich ook steeds meer toeleggen op de religieuze kunstmuziek. Daarvoor nam hij vaak traditionele Latijnse liturgische teksten. Twee van zulke werken zal MUSA na de pauze zingen: De Profundis en Miserere. Twee werken waarin de zucht om verlossing uit het aardse lijden op indringende wijze zijn getoonzet. De hierna volgende uitvoering van Jesu, meine Freude zal in onze voorstelling klinken als een antwoord op de wanhoop vanuit de diepten.

Peter Dijkstra en Han Verhaegh

Volg ons op Facebook en Twitter.